Menu
Menu

Ga met ons mee

Cairn biedt uitdagingen voor verschillende niveau’s trailrunners.

Binnenkort

veluwezoomtrail, trailrunning, cairn

Bello Gallico 160km Walk – de blubbereditie

De afgelopen maanden had ik al mijn materiaal uitvoerig getest. De weersvoorspellingen hield ik nauwlettend in de gaten en over de dropbags had ik zorgvuldig nagedacht. Ik had er zin in.

Op donderdag begin van de avond vertrokken Robbie en ik alvast naar België. We wilden niet reizen op de dag van de start, dus op deze manier konden we nog een hele vrijdag uitrusten. Dat deden we dan ook en om 16.30 uur vonden we het tijd om naar de start te gaan. De start van de walk zou om 20.00 uur zijn. De walk is gelijk aan de run, behalve dan dat de tijdslimieten ruimer zijn. Voor de walk krijg je acht uur meer de tijd. Aangezien ik niet zo’n snelle jelle ben, is dit voor mij prettig om deze manier mee te doen. En Robbie vindt het prima om mijn tempo te lopen, dus net als bij de Great Escape lopen we samen.

Om vijf voor acht staan we bij de start in Oud-Heverlee en krijgen we de laatste instructies van Tim. Daarna vertrekken een kleine vijftig lopers met dansende hoofdlampen het donker in om pas vele uren later weer terug te komen. Het parcours begint gelijk met een paar honderd meter over gladde vlonders. Daar merken we al dat het parcours modderig, glad en oppassen geblazen is. De eerste twintig kilometer zijn vlak, maar glibberig. Robbie en ik lopen een goed gemiddelde van tegen de 6km/u, dus daar zijn we tevreden over.

Aangekomen bij CP1 in Bierbeek worden we gastvrij onthaald door o.a. Harry. We willen niet te lang blijven, dus na maximaal tien minuten vertrekken we weer. We vertrekken richting CP2 in Pécrot. Ook dit deel is nog behoorlijk vlak, we lopen lekker, het is alleen glibberen en glijden geblazen. Bij iedere stap worden je schoenen vastgezogen in de blubber. Ze moeten goed vast aan je voeten zitten, anders raak je ze kwijt. Wanneer we bij CP2 aankomen ergens halverwege de nacht wil ik graag even mijn voeten laten drogen en droge sokken aantrekken. Aangezien onze dropbags daar liggen, hebben we alle spullen tot onze beschikking, dus dat is fijn. Het is gezellig op de CP. De vrijwilligers vragen wat we graag willen eten en drinken en dat wordt gebracht. Wat een service! De pompoensoep laat zich goed smaken zo halverwege de nacht. Ik heb droge sokken aan en we gaan weer op pad.

Robbie en ik kletsen van tijd tot tijd, maar we kunnen ook gerust een uur niets tegen elkaar zeggen. We hebben veel getraind samen, dus we weten wat we aan elkaar hebben. Dat is erg prettig.
Rond kilometer 51 ongeveer kijken we links en zien we een bordje hangen en lopen die richting in. Beneden aangekomen, zien we dat er iets niet klopt. We zijn verkeerd gelopen, maar weten niet precies hoe dat komt. We lopen terug, maar zien niet goed waar het fout gaat. We lopen nog een keer naar beneden. Laat dat nou net een steil stukje zijn. Ik heb de route op mijn Suunto staan, dus die kunnen we inschakelen, maar ineens ziet Robbie op het kaartje van de tracker hoe we moeten lopen. Na twee kilometer en wat hoogtemeters extra te hebben gelopen, zitten we weer op het parcours. Tegen een uur of zeven beginnen we allebei wat slaperig te worden. Het moment dat we van donker naar licht gaan, is even een taai moment.

Wanneer het licht is geworden, is de slaperigheid voorbij. Het is inmiddels droog, in de nacht hadden we een lichte regen. We bereiken CP3 wanneer het een uurtje licht is ongeveer en horen dat Irene Kinnegim tien minuten achter ons zit. En al snel komen ook de eerste drie mannen binnenlopen. Wat een snelheid hebben deze lopers! Wij zitten heerlijk aan onze hotdogs en nemen even de tijd. Het eten en drinken gaat heel erg goed. Voor mijn spieren neem ik Hammer gels en voor de rest eet ik wat er op de CP’s is. Het eten op de CP’s is goed.

Dan starten we aan onze laatste etappe van het eerste rondje. We gaan weer onderweg naar de start/finish-locatie om vandaar uit het tweede rondje tegen de klok in te lopen. Bij aankomst op CP4 Roosenberg worden we welkom geheten door Jaco en Edgar. Zij halen eerst eten voor ons en daarna onze dropbags. En dat is heel fijn na tachtig kilometer. Na het eten gaan we een uurtje slapen. Dit hadden we van tevoren afgesproken en gaan we ook zo doen. Na een uur gaat de telefoon af en is het tijd om alles in gereedheid te brengen voor het tweede rondje. Voor de zekerheid ga ik nog even langs de EHBO. Mijn voeten hebben wat schuurplekjes van alle blubber en het voortdurend met natte voeten lopen. Met droge sokken aan kunnen we weer op pad. Op de valreep komen we Alma nog tegen. Na een korte uitwisseling over hoe het gaat, gaan we dan echt weer op pad. We lopen nog even in het licht en daarna mogen de hoofdlampen weer aan. De batterijen van de hoofdlampen vliegen leeg. Ik had er een heel aantal bij me, maar ik raak er doorheen. Ik heb in geval van nood nog twee extra lampjes mee met ook reservebatterijen, dus ik heb genoeg licht, maar ineens gaat het toch heel snel.

Bello Gallico, trailrun, cairn

Op het moment dat we bijna op honderd kilometer zitten, begint mijn hoofd te rekenen aan hoe lang we nog moeten lopen en of dat allemaal wel klopt met de tijdslimieten. Ik blijf rekenen en word gek van mezelf. Bij de ene tijdsberekening komen we in tijdnood en bij de andere weer niet. Ik besluit Robbie te vertellen dat ik echt een beetje dol van het rekenen word en of we kunnen kletsen, want dat zal me afleiden van wat ik aan het doen ben. Mijn hoofd gaat een beetje met mij aan de haal. Mijn hersenen stoppen niet meer met nadenken. Alleen al het feit dat ik het vertel aan Robbie zorgt ervoor dat ik al die berekeningen naast me neer kan leggen. Dank je wel, Robbie! We komen bij de CP, eten iets en vertrekken weer. Inmiddels hebben we begrepen dat er veel uitvallers zijn vanwege het toch wel pittige parcours. Eén stap vooruit, kan een halve achteruit, links of rechts betekenen. Kortom, al die blubber loopt zwaar. En als er dan ook nog een uitgesleten smal paadje is met aan weerszijden prikkeldraad en schrikdraad, dan wordt het helemaal spannend. Daar kon je echt bijna niet op je benen blijven staan, maar of prikkeldraad of schrikdraad vastgrijpen, was ook geen optie. Ik ben daar wel uitgegleden, maar dat ging best gecontroleerd en zonder kleerscheuren of stroomstootjes.

Onderweg naar CP6 worden we allebei slaperig en het is nog wel een paar uurtjes lopen. Er is onderweg vrijwel nergens gelegenheid om even je ogen dicht te doen. Weinig bankjes o.i.d. Maar dan zien we een bushokje met een bankje. Robbie zegt: “Een bushokje”. Check, daar kunnen we wel tien minuten onze ogen dichtdoen. Ik zet mijn telefoon op tien minuten, leg mijn hoofd tegen de wand van het bushokje en val in slaap. Tien minuten later gaat mijn telefoon af, staan we op en voelen we ons uitgerust en gaan weer op pad. Ik blijf het bijzonder vinden wat tien minuten slapen met je doet. Het lijkt alsof je minstens een paar uur geslapen hebt.

Bij CP6 liggen onze dropbags. Het enige dat ik weer ga vervangen zijn mijn sokken. Op het moment dat ik mijn sokken uitdoe, zie ik dat mijn voeten erg kapot zijn. Een vrijwilliger van de CP vraagt of er iemand van de EHBO naar moet kijken. Dat lijkt me een goed idee. Chris kijkt ernaar en zegt: “Your poor feet”. Hij ontsmet alle wondjes, prikt blaren door en tapet vervolgens waar nodig. Inmiddels is het een gezellige boel bij de CP. Allemaal bekenden en ook het eten laat zich weer goed smaken. Na de nodige verzorging gaan we weer op pad. Het is nog maar veertig kilometer. Ondanks mijn kapotte voeten weet ik dat ik het ga halen. Ik probeer mijn sokken zo goed en zo kwaad als het gaat wat droog te houden. Hoe langer dat lukt, hoe beter het is. Totdat de hemel openbarst. Het begint zo hard te regenen dat ik mijn schoen van bovenaf voel vollopen met regen. Het is niet anders. Een uur lang lopen we in deze fikse regen, dan begint het weer wat droger te worden.

In de ochtend komen we aan bij CP7 en daar hebben ze zojuist tosti’s gemaakt. We krijgen gelijk een tosti en die laat zich goed smaken. We blijven even en gaan daarna beginnen aan de laatste twintig kilometer. De zon gaat zich zelfs even laten zien. De laatste twintig kilometer zijn vlak, maar wel enorm blubberig. Het is goed te merken dat er veel lopers overheen gelopen zijn en dat er nog wat extra regen bijgevallen is. In de laatste kilometers merken we dat we weer wat in de bewoonde wereld komen. We komen wandelaars tegen die ons van alles vragen over onze tocht. Het is leuk dat mensen zo belangstellend zijn en ons aanmoedigen voor het laatste stukje. Het laatste stukje herkennen we al snel, we moeten nu toch bijna bij de vlonders zijn. Dat is ook zo en we zien de Roosenberg liggen. We lopen naar binnen over de rode loper. We krijgen applaus van iedereen in de zaal. Zo gaat dat bij iedere finisher. We lopen door naar het podium om onze medaille in ontvangst te nemen. Die big smile gaat niet snel van mijn gezicht af. Daarna gauw sokken en schoenen uit en slippers aan. Omdat het er toch niet zo goed uitziet, besluit ik nog even naar de EHBO te gaan. Daar worden mijn voeten opnieuw verzorgd. En met de nodige tape kunnen mijn voeten gaan herstellen. We eten nog van de BBQ, nemen afscheid van alle bekenden en Robbie geeft aan fit genoeg te zijn om naar huis te rijden.

Robbie, dank je wel voor alles! Dank aan het thuisfront die mij deze gekkigheid laat uithalen. Dank je wel ook aan alle vrienden en bekenden die op welke manier dan ook een steuntje in de rug waren. Een ook natuurlijk een dikke dank je wel aan Tim, Fré, alle vrijwilligers en het safety team!

× Stuur ons een berichtje